Terug

OAHW: Anna van 't Noordende en Margriet Lenkens

Publicatiedatum: 25 maart 2025

Wat is jullie functie en met welk vakgebied/onderzoek houden jullie je bezig? 

Wij zijn Margriet Lenkens en Anna van ’t Noordende. Margriet werkte als gedragswetenschapper en onderzoeker bij Schakenbosch (JeugdzorgPlus) en is nu onderzoeker bij iHub en postdoc bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. In haar werk richt ze zich vooral op onderzoek naar en met jongeren en jongvolwassenen die ervaring hebben met het (jeugd)strafrecht. Anna werkt als programmamanager en onderzoeker bij iHub. Ze richt zich op verschillende (onderzoeks)projecten binnen de jeugdzorg, met thema’s als informele steun, gezinsveerkracht, behandelmotivatie, technologiegebruik en leren van professionals. Samen werken we aan ‘Up2U-Future’, dat door KFZ-J wordt gefinancierd. Dit doen we samen met een ervaringsdeskundige jongere vanuit het Ervaringshuis van iHub en onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam en Avans Hogeschool.

Wat houdt jullie KFZ-Jeugd project in?

We onderzoeken Up2U-Future, een aanpak gericht op het vergroten van de gespreksvaardigheden van mentoren/coaches, en daarmee op het versterken van de samenwerkingsrelatie met en behandelmotivatie van jongeren. Up2U-Future heeft als basis motiverende gespreksvoering en oplossingsgericht werken. Samen met jongeren met ervaringskennis hebben we de aanpak doorontwikkeld, zodat deze beter aansluit bij de behoeften van jongeren in JeugdzorgPlus en het speciaal onderwijs. Vervolgens hebben we pedagogisch medewerkers van Schakenbosch en docenten en coaches van iHub (op locaties het Educatief Centrum en School2Care de Vliet) getraind en voorzien van hulpmiddelen en tips om Up2U-Future te gebruiken in hun gesprekken met jongeren. Naast vragenlijsten die jongeren hebben ingevuld spreken we ook met jongeren en professionals over hun ervaringen, zodat we de aanpak verder kunnen verbeteren.

Wat hopen jullie te bereiken met jullie project en wat kan het veld met dit onderzoek?

In Up2U-Future wordt aandacht besteed aan het opbouwen van een vertrouwensband met de jongere, leren professionals om de eigen regie van de jongere te respecteren, en wordt er uitgegaan van wat de jongere zelf kan om diens doelen te bereiken. Deze elementen van verbinding, autonomie en competentie zijn belangrijke ingrediënten voor het versterken van motivatie. We hopen dan ook dat deze aanpak de praktijk kan helpen om beter samen te werken met jongeren met een forensisch profiel, die vaak als moeilijk te motiveren worden gezien. Met ons onderzoek hopen we ook meer zicht te krijgen op wat ervoor nodig is om zo’n aanpak succesvol te implementeren in de praktijk.