Onderzoeksresultaten laten zien dat vaktherapie psychische problemen bij jongeren kan verminderen (o.a. Zoon & Bartelink, 2017). Bij deze studies wordt niet specifiek ingegaan op forensische jongeren en wordt daarmee onvoldoende rekening gehouden met de diversiteit en complexiteit van de problematiek van forensische jongeren en hun systeem. Ook is het onderzoek veelal van matige tot lage kwaliteit. Wel maakt een recent gepubliceerd onderzoek naar vaktherapie binnen de gesloten jeugdzorg in Nederland de werkalliantie binnen vaktherapie inzichtelijk (Heynen, et al., 2018) en leidde Nederlands onderzoek naar vaktherapeutische behandelingen in de JJI tot beschrijvingen van vaktherapeutische behandelingen (Smeijsters, et al., 2011). Deze resultaten geven een eerste indruk van het wetenschappelijk belang, maar het blijft onvoldoende helder wat de effecten en werkingsmechanismen zijn. Gezien de diversiteit en complexiteit van de problematiek van deze doelgroep is het noodzakelijk om input te halen vanuit de wetenschappelijke literatuur, maar ook vanuit de grijze literatuur en de vaktherapeuten, verwijzers, jongeren, en onderzoekers te betrekken. Nader onderzoek is hiervoor nodig. Het doel van dit project is om:- De kennislacune op basis van wetenschappelijke en grijze literatuur te achterhalen;
- Behoeften naar onderzoek op te halen bij vaktherapeuten, verwijzers, jongeren en onderzoekers, waarbij bevindingen vanuit literatuur met hen worden gedeeld;
- Onderzoeksonderwerpen te inventariseren en prioriteren op basis van praktijk en wetenschap
Uitvoerende partij
De Open Universiteit, in samenwerking met:
- RJJI (drie locaties)
- Via Jeugd
- Coöperatieve lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapie (KenVaK van Zuyd Hogeschool, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Utrecht, Leiden Hogeschool, NHL-Stenden en Codarts Rotterdam),
- Lectoraat Bewegen, gezondheid en welzijn, Windesheim,
- Radboud Universiteit Nijmegen,
- Rijksuniversiteit Groningen
- Federatie Vaktherapeutische beroepen, i.h.b. het kennisnetwerk Vaktherapie en forensisch werkveld
Toepassing en effect
Algemeen blijkt dat vaktherapeutische behandelingen in de forensische jeugdzorg bij een breed scala aan pathologieën en hulpvragen worden ingezet. Vaktherapeutische interventies zijn handelings- en ervaringsgericht en kunnen abstracte begrippen concreet waarneembaar maken, gebruikmakend van de beeldende materialen, dans, drama, muziek, spel, bewegen en/of lichamelijkheid. Door de ervaringen die jongeren opdoen, werken ze aan bewustwording en kunnen ze nieuwe inzichten verwerven, nieuwe mogelijkheden ontdekken en vaste patronen doorbreken.
Voor de forensische jeugdzorg is risicovermindering en verlaging van het delinquentiepotentieel van primair belang. Dit wordt echter maar weinig aangetroffen als uitkomstmaat in de internationale effectstudies. Uit de praktijkraadpleging komt naar voren dat vaktherapeutische interventies met name van belang zijn wanneer juist concrete ervaringen in het hier en nu van belang zijn, zoals bij het (h)erkennen van stress en emoties en het oefenen van alternatief gedrag. Brede bevinding in de praktijk is ook dat vaktherapeutische behandelingen bij kunnen dragen aan de motivatie voor de behandeling in het algemeen. Ook worden positieve ervaringen opgedaan in de persoonlijke interactie en de relatie met de vaktherapeut. Deze aspecten (ervaring van lichaamssignalen en emoties, motivatie, persoonlijke relatie) worden ook maar zeer beperkt meegenomen als uitkomstmaten in de gevonden effectstudies.
Eindproduct
Tegelijkertijd is er ook een project bij KFZ uitgevoerd over Vaktherapie in de forensische zorg voor volwassenen. Lees meer